Het interview

Bestuursvoorzitter Maarten Camps van UWV over uitdagingen voor de WW

“Werkloosheid helpen voorkomen in Regionale Werkcentra”

Mede door krapte op de arbeidsmarkt is het aantal werkzoekenden in de WW historisch laag. De meesten stromen vrij snel door, maar er zijn ook zeker nog uitdagingen. Bestuursvoorzitter Maarten Camps van UWV denkt daarbij vooral aan omscholen van werkzoekenden, de blik en aanpak van werkgevers verbreden én voorkomen dat mensen in de WW terechtkomen. “Op dit laatste gaan wij ook meer inzetten. En bij alle prioriteiten is publiek-private samenwerking van groot belang.”

Hoe staat de groep werkzoekenden in de WW ervoor?

“Het lage aantal werkzoekenden in de WW is natuurlijk goed nieuws. Veel mensen die in dit vangnet komen, stromen gelukkig ook snel door. Zelf of met wat extra ondersteuning. Toch is er ook een groep werkzoekenden – ongeveer een derde – die het niet lukt om werk te vinden voordat de WW eindigt. Dit komt deels door de kwalitatieve mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Daarvoor wordt al sterk ingezet op omscholing, vooral naar kansberoepen. Ook oudere werkzoekenden vinden soms moeilijker werk. Dat komt deels door de manier waarop werkgevers naar hen kijken. Daar kunnen werkgevers wat aan doen en wij als UWV en onze samenwerkingspartners kunnen hen daarbij helpen. Dat doen we onder andere vanuit de WerkgeversServicepunten. Ook hebben wij bijvoorbeeld 34 punten opgesteld, waarmee werkgevers meer kunnen doen voor het aanboren van nieuw talent, voor het anders organiseren van werk en voor het binden en boeien van werknemers.”

Hoe kan UWV helpen voorkomen dat mensen werkloos worden?

“Wij krijgen mensen nu vaak pas in beeld als ze werkloos worden. Als ergens een collectief ontslag dreigt, worden we daar meestal al wel eerder bij betrokken. Anders dan nu het geval is, willen wij zorgen dat mensen ook meer ruimte voelen om zelf bij ons aan te kloppen. Bijvoorbeeld wanneer zij vrezen dat hun baan gevaar kan lopen of als zijzelf vragen of twijfels hebben over het voortzetten van hun huidige baan of beroep. Momenteel kunnen mensen met loopbaanvragen terecht bij de Leerwerkloketten, waarin UWV samen met gemeenten en onderwijsinstellingen gericht scholings- en ontwikkeladvies aanbiedt. Deze dienstverlening willen we in de toekomst verbreden en onderbrengen in de Regionale Werkcentra, zodat wij dit structureel kunnen bieden, samen met gemeenten en onze samenwerkingspartners op de arbeidsmarkt. Of het nu gaat om opleiders, uitzendorganisaties of bijvoorbeeld jobcoachorganisaties.”

“We leven in een nieuwe werkelijkheid met een krappe arbeidsmarkt en daar hebben we nog lang mee te maken.”

Hoe belangrijk is de publiek-private samenwerking?

“Deze samenwerking is heel belangrijk voor onze dienstverlening. Wij kunnen niet alles zelf doen en kijken juist goed naar complementaire rollen van publieke en private partijen. Wij kiezen zelf de rol die anderen niet kunnen spelen. Naast de eerder genoemde partners werken we bijvoorbeeld ook veel samen met werkgevers, vakbonden, branches en opleidingsfondsen. Zo zijn er de afgelopen jaren steeds meer waardevolle samenwerkingsverbanden ontstaan en daar blijven we ook aan werken in het belang van werkzoekenden en werkgevers.”

Welke oproep zou u aan werkgevers willen doen?

“Er zijn al meer werkgevers die breder kijken naar de groep werkzoekenden die nog wel beschikbaar zijn, maar dit gebeurt nog onvoldoende. Ik wil werkgevers oproepen om zich open te stellen en breder te kijken. Dat geldt niet alleen voor mensen in de WW, maar ook voor werkzoekenden in de Wajong, WIA of die vallen onder de Participatiewet. Het bekende ‘schaap met de vijf poten’, dat werkgevers vroeger zochten, is nu vaak niet meer beschikbaar. We leven in een nieuwe werkelijkheid met een krappe arbeidsmarkt en daar hebben we nog lang mee te maken. Daar moeten werkgevers zich op aanpassen en dus moeten zij anders gaan kijken naar de beschikbare mensen en het inrichten van hun eigen organisatie. Het herkennen van talenten en competenties is daarbij een belangrijk aandachtspunt. Daar kunnen wij en onze samenwerkingspartners werkgevers ook bij helpen. Daarnaast zou ik werkenden en werkzoekenden willen oproepen om zelf goed te blijven nadenken over de toekomst van hun baan en loopbaan. Want hoe zeker is jouw baan? En wat zou je zelf graag willen doen in de toekomst? Dat gesprek moeten werkgevers en werknemers ook steeds meer gaan voeren, in een veilige gespreksomgeving. Zo ontstaat meer van-werk-naar-werkmobiliteit en dat biedt voor werkenden de beste kansen. Vanuit bestaand werk stap je gemakkelijker over naar ander werk en kun je je gemakkelijker richten op je ontwikkeling voor de toekomst.”