Heeft u ideeën over hoe de weg van werk van mensen in de WW vereenvoudigd kan worden?
Of heeft u naar aanleiding van dit -E-zine vragen of opmerkingen? Dan horen wij dat graag.
Stuur ons een berichtDit zegt Rainier Nuijten, operationeel manager bij FourstaR Re-integratie
Dit zegt Irmgard Borghouts, hoogleraar HRM & Sociale Zekerheid van Tilburg University
Rainier Nuijten: operationeel manager bij FourstaR Re-integratie
“Ik vind dit een heel goed idee! In Scandinavische landen gebeurt het ook al. Er zijn veel verschillende groeiberoepen, bijvoorbeeld in de zorg, logistiek, het onderwijs en in de industrie. Daardoor zijn er voor iedereen in de WW veel meer kansen dan werkzoekenden vaak weten. Die kansen blijven dan onbenut. Terwijl je juist in de eerste maanden het meest kansrijk bent! Het is goed om mensen vroegtijdig op dit spoor te zetten. Door het huidige systeem zien we vaak dat mensen pas later in actie komen, vooral wanneer hun uitkering bijna eindigt. Maar dan zijn er al veel waardevolle maanden voorbij. Als je binnen drie maanden zelf geen ander werk vindt en gaat ‘snuffelen’ aan een ander passend beroep helpt dat mensen sneller op weg. Op de arbeidsmarkt zorgt het zo voor belangrijke instroom bij beroepen met personeelstekorten.
Deze aanpak vereist wel een andere inzet van UWV om mensen eerder te laten nadenken over een switch en omscholing naar een ander beroep. De benadering is nu nog te veel gericht op het arbeidsverleden van werkzoekenden. Werkzoekenden moeten zicht krijgen op wat het werk inhoudt en wat zij hiervoor moeten doen. Om mensen sneller te activeren, zou het bestaande systeem aangepast moeten worden. UWV staat hier niet alleen voor. Er zijn genoeg andere arbeidsmarktspecialisten die kunnen helpen om deze slag te maken. Opleidingsbudgetten voor omscholing zijn er ook al. Hier kan de samenleving ook extra in investeren, want dit is snel terugverdiend met minder uitkeringen en meer ingevulde vacatures. De nadruk van deze aanpak moet alleen niet te veel liggen op de ‘plicht’, maar vooral op de kansen die er zijn als je vroegtijdig naar buiten kijkt.”
Irmgard Borghouts: hoogleraar HRM & Sociale Zekerheid van Tilburg University
“Ik begrijp de bedoeling achter dit idee, maar plaats er wel kanttekeningen bij, zodat het ook goed kán werken. Vooral het verplichtende karakter van deze stelling vind ik niet goed. Dat werkt meestal averechts. Ik geloof veel meer in een verleidelijk perspectief om de intrinsieke motivatie van werkzoekenden te benutten voor een zijstap in hun carrière. Om die stap goed te kunnen maken, zijn vaak drie succesfactoren nodig: iemand moet het willen, kunnen en de gelegenheid krijgen. Het moet dus ook goed gefaciliteerd worden. Het heeft geen zin om iemand richting ‘een groeiberoep’ te duwen. Het moet wel echt bij iemand passen.
Ook de drie maanden waarna mensen zich gaan oriënteren op andersoortig werk vind ik aan de late kant. Het is beter om dat al veel eerder te doen! Veel onderzoeken laten zien dat de kans op een succesvolle zijstap groter is als mensen zo snel mogelijk zicht krijgen op de baankansen in een andere sector. Het liefst al voordat ze in de WW komen, dus vanaf de ontslagaanzegging of wanneer de beëindiging van een dienstverband in zicht komt. We zien nu veelal dat werkzoekenden in de WW eerst lang blijven zoeken naar gelijksoortig werk en als dat niet lukt zich pas gaan oriënteren op andere banen. Dan zijn de meest kansrijke maanden voor een overstap vaak al voorbij.
Een aandachtspunt is ook dat de begeleiding van nieuwe medewerkers in groeiberoepen goed geregeld moet zijn. Groeiberoepen kennen vaak personeelstekorten waardoor er minder begeleiding is. Dat werkt belemmerend. Niet voor niets zien we bij de groeiberoepen ook grote tekorten aan stageplaatsen. Naar de begeleiding moet je dus ook kijken om betere kansen te creëren voor zij-instromers.”